Het stigma dat weglopers associeert met

Het stigma dat weglopers associeert met "aandacht vragen" en "problematisch gedrag" houdt verband met een verhoogd risico op negatieve ervaringen en ontoereikende steun

mei 12 2021

"Ik denk, moest ik agressief of negatief ontvangen zijn geweest bij mijn terugkomst, ik zou zeker weer zijn weggelopen.” 16-jarige deelnemer aan de RADAR Focusgroep.

Uit onderzoek in het kader van het RADAR-project blijkt dat weggelopen kinderen vaak met stigmatisering te maken hebben door volwassenen en professionals die hen moeten bijstaan.

De bevindingen van het RADAR-onderzoek wijzen op de stigmatisering van weggelopen minderjarigen door de professionals als een van de redenen waarom weglopers mogelijk geen passende steun en bescherming krijgen. De professionals die met weggelopen kinderen werken en aan de Delphi-studie hebben deelgenomen, wezen het stigma aan als een symptoom van de misvatting dat weggelopen kinderen zelf schuld hebben aan het feit dat ze weglopen en dat er weinig kan worden gedaan om hun gedrag te veranderen. Deze veronderstellingen leiden tot het onjuiste idee dat weglopers geen minderjarigen zijn die gevaar lopen en kunnen een belangrijke oorzaak zijn voor het niet melden van weggelopen kinderen. Bovendien worden kinderen die herhaaldelijk weglopen geïdentificeerd als een groep die bij professionals vaak een gevoel van frustratie oproept en daardoor meer kans loopt op stigmatisering en een gebrek aan steun.

Om de bescherming van weglopers te verbeteren, moet een proces van de-stigmatisering in gang worden gezet, door middel van uiteenlopende gerichte campagnes en door te werken aan integratie van een ethisch of antistigma-beleid voor professionals. Om een einde te maken aan het idee dat weglopen een teken van "problematisch gedrag" is, moet meer inzicht worden verkregen in de behoeften en ervaringen van weglopers. Uit de bevindingen van RADAR blijkt dat weglopen een symptoom is van een of meer negatieve jeugdervaringen in het leven van het kind, meestal geweld of een vorm van misbruik. Even belangrijk voor ons begrip van weglopen zijn de diverse trajecten die verschillende groepen kinderen zullen volgen. Jongeren die in voorzieningen verblijven, kunnen bijvoorbeeld weglopen om zich opnieuw bij hun familieleden of iemand uit hun omgeving te voegen, terwijl jonge weggelopen meisjes een verhoogd risico lopen om mishandeld te worden tijdens de wegloopperiode. Zowel bij preventieve als ondersteunende maatregelen moet rekening worden gehouden met deze diverse trajecten.

Weggelopen kinderen beschouwen de terugkeer na het weglopen als cruciaal voor de beslissing om al dan niet opnieuw weg te lopen. Het is dan ook absoluut noodzakelijk ervoor te zorgen dat professionals en volwassenen op dit cruciale moment gepast reageren met beter begrip voor de noden en ervaringen van het kind met een niet-oordelende aanpak. 

Het grote aantal weggelopen kinderen in Europa maakt duidelijk hoe dringend de situatie is. In 2019 maakten weglopers 55% uit van de nieuwe dossiers van vermiste kinderen, geopend door de Europese 116 000 hotlines voor vermiste kinderen (Figures and Trends 2019, Missing Children Europe).  Met de COVID-19 pandemie is de spilfunctie van hotlines en hulplijnen voor kinderen alleen maar groter geworden voor kinderen die hun op cruciale momenten contacteren, zoals bij weglopen.

"Ik denk dat als alle kinderen psychologische steun zou kunnen vinden bij iemand die ze als "hun" vertrouwenspersoon beschouwen, die hen kan helpen zich gemakkelijker uit te drukken en hen psychologisch kan helpen, om hun geest leeg te maken, dat we allemaal min of meer het idee van weglopen zouden opgeven. Maar het is niet gemakkelijk." 18-jarige deelnemer aan de RADAR-focusgroep.

Het RADAR-onderzoek heeft tot doel de kennis over de ervaringen van weglopers te vergroten, voorlopige aanbevelingen te formuleren om de interventie voor weglopers te verbeteren en beleidsmakers te begeleiden bij de ontwikkeling van doeltreffende middelen om hun bescherming te verbeteren en tegelijk het aantal gevallen van weglopen te verminderen. Het onderzoek werd ontwikkeld in samenwerking met kinderen en jongeren die ervaring hebben met weglopen of dreigden weg te lopen.

Ontdek de rapporten van het RADAR-onderzoek:

  • Belangrijkste bevindingen en aanbevelingen “Missing Children Europe Data Report on Runaways” hier.
  • Belangrijkste bevindingen en aanbevelingen “Child Helpline International Data Report on Runaways” hier.
  • Belangrijkste bevindingen en aanbevelingen: “the Delphi Study and Focus Groups” hier.
  • Volledig verslag hier.


Over RADAR

Het RADAR-project (Running Away: Drivers, Awareness, and Responses) is een Europees project over weglopen dat wordt gecoördineerd door Missing Children Europe en in maart 2020 van start is gegaan. Het project heeft als doel echte vooruitgang te boeken op het gebied van bewustzijn, begrip en respons voor weggelopen kinderen en hen een betere bescherming en zorg te bieden in de hele EU. Het project wordt aangestuurd door 6 Europese partners, waaronder Child Focus, een Raad van Professionals uit verschillende werkvelden en een Jongerenraad met 8 jongeren die ervaring hebben met weglopen.

Bezoek de website: https://missingchildreneurope.eu/radar-reports

Contact

Missing Children Europe: Eugenia Miyashita - Eugenia.Miyashita@missingchildreneurope.eu